Perspectieven
Om niet te vergeten... - Jaar 8

Omschrijving

Iedereen is op een bepaalde plek, in een bepaalde tijd geboren met een bepaalde overheid met wetten. Je hebt een eigen karakter, een familie, een kleur, een gender, ideeën, geloof, regels en opvattingen. Daarnaast heb je bepaalde ervaringen: gebeurtenissen die je hebt meegemaakt. Al die zaken maken jou tot jezelf en horen bij jou. Het is jouw perspectief. Voor iedereen is dat perspectief dus anders, zelfs voor een eeneiige tweeling. Jouw perspectief kan veranderen als je ouder wordt of andere mensen ontmoet. Om je te kunnen inleven in het perspectief van iemand anders, moet je nieuwsgierig zijn, vragen stellen, flink nadenken, luisteren naar de ander en goede bronnen verzamelen.

Werkvorm en Activiteit
  • Voor de les

    Lees de werkbladen door. De genoemde personen hebben echt bestaan, de informatie komt uit archieven. 

  • 5 min. Voorkennis activeren

    Zou je weleens iemand anders willen zijn, of een dag in de schoenen staan van een ander? Hoe zou het zijn om in een andere tijd te leven? Of in een ander werelddeel? Wat zou je missen van nu/hier? Zou je anders over dingen denken? Iedereen is op een bepaalde plek, in een bepaalde tijd geboren. Er zijn dingen die je gemeen hebt met iemand (bijvoorbeeld de plaats waar je geboren bent), maar ook dingen verschillend (bijvoorbeeld of je enig kind bent of niet). Om je te kunnen inleven in het perspectief van iemand anders, moet je flink nadenken en goede bronnen verzamelen. 

  • 5 min. Wat hoort bij wie?

    Leerlingen maken in tweetallen opdracht 1 van het werkblad. Bespreek de antwoorden klassikaal. Zijn er bronnen die bij meerdere personen kunnen horen?

    Antwoord:

    A) 5, 8 B) 1, 6 C) 2, 4 D) 3, 7.

    Bron 3 en 5 zouden in theorie ook bij iemand anders kunnen horen.

  • 10 min. Gebeurtenissen

    Ieder tweetal kiest één van de personen van het werkblad en legt de gebeurtenissen uit het leven van die persoon in de goede tijdsvolgorde. Bespreek de antwoorden klassikaal. Welke gebeurtenissen waren een keuze van die persoon? Welke waren gedwongen? Kan iets ook een keuze lijken, en toch gedwongen zijn? Hoe zit dat? Hoe vrij was jullie persoon?

    Antwoord:

    Volgorde voor alle personen: iii-v-ii-i-iv.

  • 20 min. Ik ben-gedicht

    De tweetallen schrijven het gedicht vanuit hun gekozen persoon en leven zich zo goed mogelijk in. De eerste twee woorden van iedere zin staan aangegeven, net als een korte uitleg tussenhaakjes.  

  • 15 min. Nabespreken

    Zet groepjes met dezelfde gekozen persoon bij elkaar. Laat ze samen nadenken over de vragen: wat is er gelijk in jullie gedichten? Wat is er anders? Welke vraag vonden jullie het gemakkelijkst om te beantwoorden? En welke het moeilijkst? Vraag eventueel om enkele gedichten voor te dragen. Stel in groepjes of klassikaal (enkele van) deze vragen: hoe was het om je in te leven in iemand anders? Wat maakt het gemakkelijk/lastig/...? Staan er dingen in jullie gedicht die jullie nu wel weten, maar de persoon zelf nog niet had kunnen weten op dat moment? Zou je je voor 100% kunnen inleven in een ander? Waarom wel/niet? Er zijn heel veel ingrediënten waaruit we gebakken zijn.

  • Na de les

    Sla het digitale werkblad op. 

Wat heb je nodig?
Werkblad: Perspectieven
reizenindetijd.nl gebruikt cookies om deze website te verbeteren. De data uit Google Analytics delen we niet met derden. De data uit Google Analytics bewaren we drie jaar. Klik rechts op accepteren of lees de privacyverklaring van Erfgoed Gelderland die ook van toepassing is op deze website.
Accepteren
Cookie instellingen