Het programma kent vier onderdelen die in kleine groepen doorlopen worden. De rode draad van de expositie is leidend binnen het programma. Elk blok duurt vijftien minuten en wordt afgesloten met een gezamenlijke afronding. Centraal in het museumbezoek staat het bezoek aan de twee expositieruimtes over de Middeleeuwen. Ze gaan op onderzoek in de ruimte rond het thema Boeren en Ambachten. Kinderen leren de ambachten kennen en ontdekken de parallel met het heden. Hoe ontwikkelde bijvoorbeeld het beroep van boer, barbier of marskramer zich? Ze krijgen kleine opdrachten aangeboden die ze het ambacht laten ervaren. Uiteraard nemen we ook een kijkje in de adellijke kamer waar net zoveel activiteiten te doen zijn!

Het bezoeken van de tentoonstelling is één onderdeel van het programma. In de overige drie onderdelen doorlopen de kinderen:

1. Een Middeleeuws wie-ben-ik spel waarbij ze moeten raden welk Middeleeuws figuur, object of locatie (uit Peel en Maas) ze zijn. Deze onderdelen komen ook terug in de tentoonstelling.

2. Leerlingen bouwen met elkaar de Middeleeuwse dorpen uit Peel en Maas op een vloerkleed. Ze ontdekken wat in een landschap de moeite waard is voor mensen om zich te vestigen en een stad of dorp te stichten.

3. In de verwerkingsopdracht staat het maken van een koppeling tussen de expositie en de persoonlijke geschiedenis en toekomstdromen van het kind centraal. In een beeldende opdracht gaan ze aan de slag om een familiewapen te ontwikkelen – dit onderdeel komt ook prominent terug in de tentoonstelling. Optioneel kan de afsluitende verwerkingsopdracht ook als vervolgopdracht mee naar school genomen worden.